SV | Ik ben het, [die] zijn vriend een spot is, [maar] roepende tot God, Die hem verhoort; de rechtvaardige [en] oprechte is een spot. |
WLC | שְׂחֹ֤ק לְרֵעֵ֨הוּ ׀ אֶֽהְיֶ֗ה קֹרֵ֣א לֶ֭אֱלֹוהַּ וַֽיַּעֲנֵ֑הוּ חֹ֗וק צַדִּ֥יק תָּמִֽים׃ |
Trans. | śəḥōq lərē‘ēhû ’ehəyeh qōrē’ le’ĕlwōhha wayya‘ănēhû śəḥwōq ṣadîq tāmîm: |
Ik ben het, [die] zijn vriend een spot is, [maar] roepende tot God, Die hem verhoort; de rechtvaardige [en] oprechte is een spot.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Ik ben het, [die] zijn vriend een spot is, [maar] roepende tot God, Die hem verhoort; de rechtvaardige [en] oprechte is een spot.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!